|
||||||||
Akweer een nieuwe stem uit het Noorden, meer bepaald het aan Lapland grenzende deel van Zweden, dat ginds bekend staat als Norbotten. Daat komt zangeres Maria Järventaus Johannson vandaan en zij is de helft van dit debuterende duo, waarvan snarenwonder Gabbi Dluzewski de andere helft is. Die Gabbi leerden we ook pas kort geleden kennen, als deel van het kwartet Fränder, dat hij samen met broer Daniel, zus Natasja en vriendin Säde Tatar vormt en van wie de titelloze debuutplaat recent in deze kolommen de hemel ingeprezen werd. Gabbi en Maria leerden elkaar kennen, toen ze beiden aan de hogeschool van het Noord-Zweedse Piteá studeerden en daar samen musiceerden. Toen al, ruim negen jaar geleden, spraken ze af dat ze ooit samen de hort zouden opgaan, maar, zoals Het Leven gaat…verliepen enkele jaren en de twee kwamen elkaar opnieuw tegen aan de Koninklijke Muziekacademie van Stockholm en hernieuwden hun plannen, maar Maria voelde toen dat ze absoluut terug naar haar geboortestreek moest. Gelukkig beslisten ze daar en toen dat die plaat er maar meteen moest komen en, een crowdfundingcampagne later is ze er dus, goed en wel opgepikt door het Duitse Nordic Notes label en dus ook hier vlot verkrijgbaar. Het lange wachten heeft, wat mij betreft, zeer zeker geloond, want dit is loepzuivere klassieke folk van zeer hoog niveau. Er wordt teruggekeken naar de muzikale traditie van de Noord-Zweedse regio van Maria, waar een zevental traditionele liederen gehaald werden en aangevuld met drie nieuwe composities in traditionele stijl. Wat deze plaat bijzonder maakt, is de veelal bijzonder intimistische aanpak, die meestal uit niet meer bestaat dan de kristalheldere stem van Maria en de mandoline van Gabbi, die vaak ragfijne melodielijnen om die stem heen drapeert en die, heel af en toe, wat ruggengraat verleent, door aan bassende broer Daniel te vragen wat steun te verlenen. Dat levert een heel fragiele, zuivere plaat op, waar je met veel plezier naar zit te luisteren en die je, onwillekeurig een zondagochtendgevoel geven. Wat ik daarmee bedoel? Op zondagochtend moet (meestal) niets, de tijd is wat hij is en je kunt zorgenvrij genieten van alles wat zich aandient. In dat bijna idyllische kader past dit plaatje perfect: de zang van Maria klatert als een helder bergbeekje en de mandoline -en soms de bouzouki of de gitaar- krioelt daar omheen en geven je een fijn beeld van de traditie van Norbotten, zij het dat dat beeld niet meteen in nostalgie verzinkt, integendeel: alles klinkt verbazend hedendaags. Dit is wat volksmuziek om draait: van generatie op generatie worden teksten en melodieën doorgegeven en bewerkt: de kern blijft overeind, maar een aantal facetten past zich aan de geest van de tijd aan. Wie dus houdt van meer dan fraaie zang en ragfijne mandoline, is hier aan het juiste adres: een erg mooie plaat wacht op ontdekking ! (Dani Heyvaert)
|
||||||||
|
||||||||